‘Je verwacht te veel.’

‘Je verwacht te veel.’

‘Je verwacht te veel,’ zei hij.
Maar de waarheid is dat ik te veel heb moeten wachten en te weinig heb gekregen.
Voor de zoveelste keer werd ik weggeduwd omdat ik te dichtbij kwam.
Ik gaf hem de ruimte en wachtte geduldig tot hij weer zou bijdraaien, net als de keren daarvoor.

In de tussentijd had ik al ingezien dat het zo voor mij niet hoeft.
‘Het is mij om het even,’ zei ik tegen hem.
Want op dat punt was ik gekomen.
Zijn onmiddellijke reactie bevestigde achteraf voor mij dat hij niet de juiste persoon was:
‘YES, heel goed! Die instelling moet je hebben.’

Nou, nee. Als ik mijn hele leven zo’n armoedige instelling had, dan was ik nooit zo ver gekomen.
Onverschilligheid is onaantrekkelijk en staat ver af van wie ik ben.
Het zou hem echter goed uitkomen als ik een onverschillige mindset had.
Zo hoeft hij zich minder schuldig te voelen over de manieren waarop hij tekortschiet.

Mijn essentie is liefde. De liefde die ik te geven heb, vereist ruimte.
En die ruimte wil ik voelen.
Wat heeft het voor zin om lief te hebben als het geen zingeving geeft?
Wat haal ik uit mijn relatie als ik er niets van mag verwachten?

Ik verwacht niet te veel.
Ik heb wél te weinig gekregen, waardoor ik nu verlang naar meer.
Omdat ik weet dat ik het verdien.
Iedereen verdient het om liefde te ontvangen.
Maar nog niet iedereen weet dat.

Ik weet dat er meer mensen rondlopen zoals ik.
Die, net als ik, nooit genoeg hebben gekregen, maar die het toch is gelukt om een hoop te geven.
Dus ik blijf hoopvol.
Op een dag geef ik niet meer te veel van mezelf weg aan de verkeerde persoon.
Dan is het precies goed.