‘Er zijn mensen die het veel erger hebben.’

‘Er zijn mensen die het veel erger hebben.’

‘Er zijn altijd mensen die het veel erger hebben.’ Hoe vaak heb jij dit gehoord of tegen jezelf gezegd? Of: ‘Probeer er niet teveel over na te denken, je hebt zoveel in je leven om gelukkig over te zijn, door zitten te mokken bereik je niets.’ Dankzij dit soort uitspraken blijven we bijdragen aan het stigma. Dat er altijd wel iemand is die het zwaarder heeft dan jij is heel goed mogelijk, maar dat betekent niet dat je gevoelens er minder toe doen.

Ik zal heel eerlijk zijn, soms behoor ik zelf nog tot die groep dat bijdraagt aan het stigma. Wanneer ik het moeilijk heb denk ik aan mensen die in oorlogsgebieden wonen en verplicht ik mezelf om mijn zorgen aan de kant te schuiven. Ondertussen weet ik natuurlijk dondersgoed dat het niet zo werkt. Hoe graag ik ook zou willen; ik heb niet altijd de controle over mijn eigen gedachtes of patronen. Alsnog ben ik vaak te streng voor mezelf wanneer ik een mindere dag of moment heb. Dit zorgt er indirect soms ook voor dat ik dezelfde reactie geef op mijn omgeving wanneer zij kwetsbaarheid tonen. En dat is wel het laatste wat ik wil doen.

Het begint met van jezelf houden

Als je niet aardig bent voor jezelf, kun je het ook niet zijn voor je omgeving. Dat is een feit waar je niet omheen kunt. Jan Geurtz drukte ons met zijn boek ‘Verslaafd aan liefde’ al met onze neus in dit cliché: Je moet eerst van jezelf houden voordat je van een ander kunt houden. En clichés zijn alleen maar clichés omdat ze vaak kloppen.

Toen ik begin 20 was werd ik me voor het eerst bewust van het feit dat ik depressief was en dat ik hier voor het grootste gedeelte van mijn jeugd mee geworsteld heb. Dit is het moment waarop ik mijn eerste “zelfhulpboek” heb opgepakt en het opende werkelijk mijn ogen. Ik was mezelf constant aan het afstraffen voor het feit dat ik niet goed in mijn vel zat, geen energie had en nooit uit m’n bed kon komen voor school of stage. Als ik daar nu op terugkijk denk ik: Was ik maar wat liever voor mezelf geweest.

Alles is relatief

Mezelf accepteren -inclusief alle tekortkomingen- is sinds mijn twintiger jaren het allerbelangrijkste thema in mijn leven geworden. Dit is ondanks de grote sprongen die ik hierin de afgelopen jaren heb gemaakt nog steeds een proces in werking. Soms word ik weer met mijn neus op de feiten gedrukt en betrap ik mezelf op het bagatelliseren van mijn eigen gevoelens, maar ook die van de mensen die me dierbaar zijn. Een vriendin kan bijvoorbeeld haar hart bij me luchten en de uitspraken die ik ooit zelf eens kreeg toegeworpen beginnen dan te tollen door mijn hoofd: ‘Zo erg is dat toch niet?’ ‘Er zijn mensen die het veel erger hebben.’ , etc. Nee, dikke vinger to that. Jij hebt alle recht om je kut te voelen, teleurgesteld, somber, boos, verdrietig, or all of the above. Laat niemand je wijsmaken dat het niet zo is.

Met mentale uitdagingen als PTSS, depressie of autisme heb je niet altijd de volledige controle over je gevoelens en gedachten. Dit geldt ook voor wanneer jij een moeilijke dag hebt of een tegenslag probeert te overkomen. Bagatelliseer je eigen gevoelens en die van een ander niet. Maak jezelf niet klein. Wat jij voelt, doet ertoe. De pijn die jij voelt is net zo echt als die van een ander.

Conclusie: Leer het jezelf aan om wat minder streng te zijn voor jezelf en pas op met wat je tegen jezelf zegt, ook al is het niet eens hardop. Als je een gedachte maar vaak genoeg blijft herhalen ga je erin geloven. En onthoud dat wat jij zegt of denkt niet alleen invloed heeft op jezelf, maar ook je omgeving. Maak jezelf bewust van je rol in de maatschappij en de gedachtes die je wilt verspreiden. Als we hierin allemaal onze verantwoordelijkheid nemen kunnen we elkaar alleen maar sterker maken en de soms wrede wereld van vandaag een betere plek om te zijn.


Benieuwd wat ik nog meer hierover te zeggen heb? Volg @busyselfhealingbrb op Instagram